Columns

‘Hallo allemaal!’: rekenen met de gitaar…

Cijfers&Letters

Gerhard Hartdorff

Gerhard Hartdorff is vakdidacticus Nederlands

Niets leuker dan zingen met kleuters. Daar word je heel blij van. Nadat ik sinds een paar jaar mijn onderwijslier als vakdidacticus Nederlands aan de wilgen heb gehangen, heb ik mijn muzikale hobby ingezet om met kleuters te gaan zingen.

 

Gewoon lekker liedjes zingen waar je blij van wordt. Dat doe ik met een twaalfsnarige gitaar, omdat die zo’n gezellig vol geluid geeft. We beginnen altijd met het ondertussen overbekende liedje uit de ‘Luizenmoeder’, dat kennen ze allemaal. ‘Hallo allemaal, wat fijn dat je er bent. Ben je voor het eerst hier of ben je al bekend?’ En dat weten ze de voor volgende keer dan ook, want ik hoef het niet eens te vragen. Zodra ik binnenkom, schettert het al meteen door de klas: ‘Hallo allemaal!’

Als ik voor de eerste keer een nieuwe groep heb, vraag ik de kinderen altijd standaard hoeveel snaren er op mijn gitaar zitten. Dat mogen ze dan schatten en de antwoorden zijn meestal nogal uiteenlopend. In ieder geval zijn de meeste schattingen meteen behoorlijk accuraat. 8, 9, 10, 11….. En er is natuurlijk altijd wel een slimmerik bij die meteen 12 zegt omdat zijn of haar papa toevallig ook een twaalfsnarige gitaar heeft. Vervolgens laat ik een van de kleuters de snaren nattellen en dan komen ze er vanzelf wel achter wie er gelijk heeft. En dan vertel ik ze dat een gewone gitaar 6 snaren heeft met meteen de vraag erbij hoeveel snaren zo’n twaalfsnarige gitaar meer heeft. En ja hoor, daar komen de antwoorden: 6 meer en 2 keer zoveel snaren. En dat is best knap van die kleuters, want dat hoeven ze eigenlijk pas veel later te weten, dus laten we vooral de jongsten niet onderschatten.

Maar dan komt er nog een moeilijke vraag aan als ik het ga hebben over het stukje plastic waarmee ik de snaren aansla voor een mooi akkoord. ‘Wie weet hoe zoiets heet?’ En ja hoor, daar is dat meisje weer van wie de papa ook gitaar speelt. ‘Een plectrum, meester’. Heel goed!’, zeg ik, maar weet je ook hoeveel klanken het woord ‘plectrum’ heeft? En dan zeg ik heel langzaam de klanken voor: p l e c t r u m….. En dan zie je al die gezichtjes heel langzaam tellen. ‘Acht, meester!’ ‘Uitstekend!’. En welke klank horen jullie als eerste? En welke als laatste? De /p/ als eerste en de /m/ als laatste. En zo’n oefening kun je natuurlijk verder uitbreiden met de tweede klank, de derde klank, enzovoort.

Maar na al dit soort rekenkundige opgaven is het tijd voor het echte werk. Zingen! We hebben een half uur om onze stemmen te laten horen en een liedje dat eigenlijk bij alle kleuters favoriet is, is dat van Tommie uit Sesamstraat die in bad moet, maar geen zin heeft, dat vinden ze geweldig: ‘Ik moet in bad, maar ik heb geen zin, toch moet ik erin!’ Natuurlijk sluiten we af met een variant op ‘Hallo allemaal’ waarbij we ‘Hallo allemaal’ vervangen hebben door ‘Tot ziens allemaal.’ En dan is de zang- en rekenles helaas alweer voorbij.

‘Tot ziens allemaal!’.

Deel dit artikel